Geschiedenis


De echte ontwikkeling van Oslo start rond de dertiende eeuw. Toen was de bouw voltooid op een landtong met de naam Akershuis Festning deze werd door Hakan V gerealiseerd. Hiermee wilde hij de stad beschermen tegen met name de Zweden. En de regering die tot die tijd in het Noorse Bergen zetelde verhuisde hij naar Oslo. Totaan deze ontwikkeling was Oslo slechts een hanzestad welke een gemiddelde rol speelde in de Noorweegse economie.

Halverwege de veertiende eeuw stierf ongeveer de helft van de inwoners van Oslo aan de pest en tegen het eind van de veertiende eeuw werd het Deense Kopenhagen de nieuwe hoofdstad. Hierna keerde Oslo voor meer dan twee eeuwen terug in de anonimiteit.
De ommekeer kwam in het jaar 1624, de stad brandde toen voor het grootste gedeelte af. Christiaan IV van Denemarken-Noorwegen kwam tot de conclusie dat er grote kansen lagen in Oslo en liet de stad geheel overgaan tot een wederopbouw.

De unie van Noorwegen met Zweden welke plaatsvondt in 1814 zorgde ervoor dat Oslo tot volle ontwikkeling kwam. Er kwamen steeds meer mensen te wonen en de economie trok zienderogend aan. In het jaar 1905 gingen de beide landen uit elkaar en autonoom door. Rond deze tijd werd er met de rijkdom gepronkt er werden er prachtige gebouwen als het Koninklijk paleis, het parlement, het nationale theater en de nationale galerie gerealiseerd.

In deze huidge tijd is Oslo nog steeds welvarend te noemen en heeft een zelfs voor Europese begrippen hoge levensstandaard. Veel mooie gebouwen zijn nog steeds goed intact gebleven.